Begrijpend lezen begint met begripsvorming. Snappen waar een verhaal over gaat is één, maar het doel van de schrijver en de diepere betekenis van een tekst is iets heel anders. Niet voor niets worstelen wekelijks honderdduizenden schoolkinderen met dit belangrijke vak.
Tekstbegrip bijbrengen kan op veel verschillende manieren. Maar het belangrijkste is toch echt om te lezen te doen. 3 korte vragen kunnen helpen om meer zicht en grip op het begrijpend lezen te krijgen. In dit artikel leggen we je uit waarom.
Wie? Wat? Waar?
Misschien herken je het nog uit je eigen schooltijd. Bij de lessen taal moest je altijd antwoord geven op een vijftal vragen: Wie? Wat? Waar? Wanneer? Waarom?
Soms werden er vragen aan toegevoegd, zoals: Hoe?
Maar het gaat om de kern. Wie? Wat? Waar? Het zijn heel mooie vragen om beknopt de belangrijkste feiten uit de tekst op te sommen en de context te scheppen. Hieronder lichten we het per vraag toe.
Wie?
Als je je kind of leerling tijdens het lezen de vraag “Wie?” stelt, vraag je feitelijk naar de hoofdpersoon en de bijpersonen. Wie spelen er in dit verhaal of in deze tekst een belangrijke rol. Het maakt helemaal niet uit om wat voor tekst het gaat. Ook een uitlegtekst kun je prima bevragen met “Wie?’, want het zet een kind sowieso aan tot denken.
Het antwoord: “Er is geen hoofdpersoon, want het is een uitlegtekst” is immers ook een antwoord en – als het daadwerkelijk een uitlegtekst is – een goed antwoord.
Daarnaast kun je met de vraag ook de diepte in duiken. Bijvoorbeeld: Voor wie is de tekst bedoeld? Of: Door wie is de tekst geschreven?
Wat?
De bedoeling van een tekst, of die nu een uitlegtekst, een nieuwsbericht of een verhalende tekst betreft, achterhaal je met de vraag “Wat?”
Door naar het “Wat?” te vragen, gaat je kind of leerling actief op zoek naar de belangrijkste kern van de tekst. De vraag “Wat?” zal omgezet worden in bijvoorbeeld de volgende vragen:
- Wat doet de hoofdpersoon?
- Wat is er aan de hand?
- Wat is het probleem?
- Wat leer ik uit deze tekst?
- Wat is het belangrijkste nieuws in dit artikel?
- Wat maak ik met dit recept?
- Wat moet ik doen volgens deze instructie?
Door de vraag “Wat?” kort en bondig te beantwoorden, leren kinderen de belangrijkste kern van een tekst goed samen te vatten.
Waar?
De vraag “Waar?” gaat niet voor alle teksten op, maar is wel belangrijk. Het maakt de context compleet. Waar speelt het verhaal zich af? Waar speelt het nieuwsbericht zich af? Door de vraag wordt de omgeving duidelijker en daarmee de situatie.
Een uitlegtekst de vraag “Waar?” meegeven, maakt het complexer. Uiteraard kan dit van tekst tot tekst verschillen en kun je altijd het gesprek aangaan om een “Waar?” te zoeken (ook al is die er niet). Het gaat immers om de vaardigheid de tekst te ontleden.
Overige vragen
Wanneer? Waarom? Het zijn nog twee andere vragen die je zeker kan stellen om de context te verhelderen. Ze zorgen ervoor dat je de situatie rondom een tekst beter leert begrijpen en helpt kinderen dan ook om sterker te worden in het kijken naar een tekst.
Wanneer? Speelt vooral bij verhalende teksten en nieuwsberichten.
Waarom? Kan niet altijd beantwoord worden, maar is wel weer verhelderend bij een uitlegtekst. Waarom moet je dit doen? Waarom wil je dit doen? Waarom volg je deze instructies?
Conclusie
Het is niet zo zwart/wit als het lijkt bij het stellen van deze 3 (of 5) krachtige vragen. Soms is het antwoord er niet, maar het dwingt lezers wel om dieper in een tekst en een betekenis van een tekst te duiken. Dat alleen al zal de kracht van het begrijpend lezen ten goede komen.